Schaatsen op natuurijs op het Inventaris Immaterieel Erfgoed staat.
EN wij hopen dat we hier nog gebruik van kunnen op korte termijn met z’n allen.
Het schaatsen op natuurijs wordt op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland geplaatst. Bij veel Nederlanders begint het te kriebelen, zodra de eerste berichten over nachtvorst verschijnen en worden de schaatsen uit het vet gehaald. De KNSB zet zich met deze voordracht in voor het doorgeven van de schaatstraditie en daarmee voor het veilig schaatsen op natuurijs: ‘Leren schaatsen (op natuurijs) zou net zo gewoon moeten zijn als leren lopen-fietsen-zwemmen’.
Geschiedenis
Er wordt al honderden jaren geschaatst in Nederland. De oudste ijzeren schaatsen die in Nederland gevonden zijn dateren van de dertiende eeuw. In eerste instantie ging men het ijs op om makkelijker van A naar B te komen, maar met de jaren werd vermaak ook een steeds belangrijker drijfveer om te gaan schaatsen.
Halverwege de negentiende eeuw werd schaatsen een vorm van sport en spel, toen de eerste ijsverenigingen opgericht werden. Zij organiseerden spekrijderijen, kortebaanwedstrijden, ijsfeesten en waren verantwoordelijk voor het schoonhouden van ijswegen vlak in de buurt. In 1882 werd de Nederlandsche Schaatsenrijders Bond opgericht, die zich alleen op wedstrijden richtte. Om de ijswegen te onderhouden werden rond de eeuwwisseling in elke provincie ijsbonden opgericht. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden de bonden met de Nederlandsche Schaatsenrijders Bond samengevoegd tot een organisatie, die later de KNSB werd.
De traditie
De traditie, zoals de KNSB die op de Inventaris Immaterieel Erfgoed plaatst, bestaat uit drie onderdelen: schaatsen op sloten, vaarten, plassen en meren, schaatsen op natuurijsbanen van ijsverenigingen bij dorpen en steden en het schaatsen van toertochten op natuurijs. De KNSB is van mening dat de traditie een belangrijk deel uitmaakt van de de Nederlandse geschiedenis en voor een groot deel van de Nederlanders een belangrijk onderdeel uitmaakt van de culturele identiteit. Als kernwaarden van de traditie noemt de KNSB in het erfgoedzorgplan onder meer het plezier op het ijs, het sociale aspect van ijspret en gezondheid en gezelligheid, waarbij koek-en-zopie niet mag ontbreken.
Erfgoedzorg
De KNSB ziet zichzelf als hoeder van het schaatsen op natuurijs. Dat uit zich onder meer in de diverse opleidingen die de KNSB organiseert: voor trainers die jeugd en ouderen leren schaatsen, voor natuurijsmeesters en voor toertochtorganisaties. Om jeugd te leren schaatsen is er ook het project IJstijd op (kunst-) ijsbaantjes, zodat ook in perioden zonder natuurijs de traditie wordt doorgegeven.
De KNSB maakt afspraken met gemeenten en waterschappen om de natuurijsroutes in stand te houden en heeft een campagne rond veilig schaatsen op natuurijs. Hierbij is aandacht voor het leren herkennen van diverse ijstypes en wordt contact gezocht met weermensen en media.
Bij immaterieel erfgoed gaat het altijd om tradities die van generatie op generatie worden doorgegeven en waar een groep mensen achter staat die zich inzet voor het toekomstbestendig maken ervan. De KNSB heeft in het erfgoedzorgplan laten zien zich in te zetten voor het doorgeven van passie, kennis en technieken, onder meer door de diverse opleidingen die de bond organiseert. Ook het doorgeven van de geschiedenis van de traditie hoort bij een plaatsing op de inventaris. De KNSB heeft plannen gemaakt om hier op de website aandacht aan te schenken en buigt zich over een lespakket voor basisscholen om de kennis van de traditie levend te houden.
Theo Fledderus, directeur-bestuurder KNSB: ”Als KNSB zijn we supertrots dat ’schaatsen op natuurijs’ op de Nationale Inventaris Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland is geplaatst. Schaatsen op natuurijs zit zo in het dna-van de Nederlander, dat het in feite al cultuureel erfgoed was. Nergens ter wereld wordt zo massaal bezit genomen van het (natuur)ijs als in Nederland. Al eeuwen en dat zal altijd zo blijven. Samen met de sectie toerschaatsen en alle ijsclubs die iets doen met natuurijs zullen we niet alleen de schaatsroutes nog beter in stand kunnen houden, maar we gaan ons ook maximaal inzetten om ’schaatsen’ (op natuurijs) door te geven aan jongere generaties.”